Haakpatroon: Omslagdoek Germaine

Zaterdag maakte ik een lijstje van alle lenteprojecten die ik graag wil maken.

Ik dook in mijn stock, verzamelde de fleurigste kleuren garen en werd er instant vrolijk door :-D

Geef toe! Die vrolijke kleuren zien er toch ongelooflijk verleidelijk uit?!

Gezien mijn high-level-motivatie ging ik dan ook meteen aan de slag met PROJECT 1 :-)

Het werd een omslagdoek dat ik "Germaine" doopte  als eerbetoon aan mijn oma. Ze stierf op haar 48ste ten gevolge van kanker. Tien maanden na haar overlijden werd ik op de wereld gezet. Op een of andere manier schept dat een soort verbondenheid die ik moeilijk kan verwoorden. Ik ben altijd heel nieuwsgierig geweest naar haar persoon ook omdat ik op zijn minst mijn liefde voor haken, breien en naaien van haar heb meegekregen. Als ik mijn mama over haar hoor vertellen, voel ik dat ze een heel liefdevolle vrouw was. Het blijft een puzzelstukje van mijzelf dat ik nooit zal kunnen ontdekken.

In augustus moet mijn mama haar mama reeds 40 jaar missen. En daarom dit kleine eerbetoon.

Natuurlijk deel ik met veel plezier mijn haakpatroon met jullie. Als je de sjaal bekijkt ziet het er moeilijk en ingewikkeld uit maar... het valt écht wel mee. Voor een beginner is dit misschien wat hoog gegrepen maar zij die reeds enkele haakprojecten succesvol hebben afgerond, kunnen dit patroon zeker en vast tot een goed einde brengen!

Wat heb je nodig?

6 bollen Onion Hemp-Cotton-Modal (waarvan in mijn geval 4 bollen turkoois en 2 bollen rood voor de rand)

Indien je met ander garen wil werken: Onion Organic Cotton, Scheepjes Organicon en Scheepjes Bamboo Soft zijn zeker en vast geschikt. 

Wil je graag een garen gebruiken dat je nog iets meer warmte biedt door de combinatie van plantaardige en dierlijke vezels dan is onze Onion Fino Organic Cotton + Merino zeker een aanrader.

Ook van al deze garens heb je 6 bollen nodig: 4 bollen voor de binnenkant van het omslagdoek en 2 bollen voor de rand.

Haakpen 3 mm

Stopnaald

Moeilijkheidsgraad

*** 

Het patroon is geschikt voor haaksters met een beetje haakervaring of voor beginners met wat durf. De eerste rijen vragen wat concentratie maar eens je het patroon door hebt, haakt het vlot!

Welke steken worden er in dit patroon gebruikt?

losse - vaste - stokje - dubbel stokje - driedubbel stokje

kleine ananassteek: deze haak je zoals de ananassteek maar je vormt slechts 3 stokjes (zonder doorhalen) i.p.v. 4 voor het vormen van de "moes". In dit filmpje kun je zien hoe je dit doet. (Al heet het daar gewoon ananassteek... in principe moet je voor de gewone ananassteek nog een keer extra draad doorhalen ;-) )

picotsteek: In dit patroon vorm je je picot door 4 lossen te haken en in de eerste losse een stokje te haken. Ik kan helaas nergens een filmpje vinden die deze picot exact toont. Maar in dit filmpje kun je wel zien hoe je de picot met 3 lossen en een vaste vormt. Dat helpt je zeker op weg.

(En misschien moet ik eindelijk eens mijn tutorialschroom overwinnen en zelf filmpjes maken?)

Hoe maak je het?

Persoonlijk haak ik omslagdoeken het liefst enkel met een haakschema naast me. Van al die woorden in de werkbeschrijving word ik soms wat duizelig. Als je een haakschema weet te interpreteren heb je meteen door hoe de vork aan de steel zit.

Daarom tekende ik het haakschema met de legende even voor jullie uit:

Ik vind dit erg praktisch maar dat is voor elk individue anders. Daarom volgt er ook een werkbeschrijving ;-)

Als je het haakschema even bestudeert, zie je dat we ons omslagdoek beginnen haken in het midden van de langste zijde (waar dus géén rode rand komt). Je haakt dus van bovenaan in het midden (Daar waar je op het schema de groene pijl "begin" ziet staan) tot beneden naar de rand.

Het omslagdoek:

Rij 1: Haak 11 lossen. Haak 1 stokje  in de 7de losse vanaf de haakpen. Haak ook in de volgende 4 lossen telkens een stokje. Haak 3 lossen. Haak een stokje in de laatste losse. Keer je werk.

Rij 2: Haak 6 lossen. Haak 7 stokjes in de eerste "lossenlus". Haak 2 lossen, sla 2 stokjes over, haak 1 stokje in het volgende stokje, haak 2 lossen, sla 2 stokjes over, haak 7 stokjes in de laatste "lossenlus". Haak vervolgens 3 lossen en haak nog een stokje in dezelfde lossenlus. Keer je werk.

Rij 3: Haak 6 lossen. Haak 1 stokje in de eerste lossenlus. Haak 2 lossen. Sla 2 stokjes over. Haak telkens 1 stokje in de volgende 3 stokjes. Sla 2 stokjes over. Haak 2 lossen. Haak in het volgende stokje 1 stokje, 3 lossen, 1 stokje. Haak 2 lossen. Sla 2 lossen en 2 stokjes over. Haak telkens 1 stokje in de volgende 3 stokjes. Haak 2 lossen. Sla 2 stokjes over. Haak in de laatste lossenlus 1 stokje, 3 lossen en een stokje. Keer je werk.

Rij 4: Haak 6 lossen. Haak 7 stokjes in de eerste "lossenlus". Haak 2 lossen, sla 1 stokje, 2 lossen en 1 stokje over. Haak 1 stokje in het volgende stokje. Haak 2 lossen. Sla 1 stokje, 2 lossen en 1 stokje over. Haak in de middelste lossenlus 7 stokjes, 2 lossen, 1 stokje, 2 lossen en 7 stokjes. Haak 2 lossen, sla 1 stokje over, 2 lossen en 1 stokje over. Haak 1 stokje in het volgende stokje. Haak 2 lossen en haak 7 stokjes in de laatste lossenlus. Haak vervolgens 3 lossen en haak nog een stokje in dezelfde lossenlus. Keer je werk.

Rij 5 - 7 - 9 - 11 - ... (= oneven rijen): Haak 6 lossen. Haak 1 stokje in de eerste lossenlus. Haak 2 lossen. Sla 2 stokjes over. Haak telkens 1 stokje in de volgende 3 stokjes. Haak 2 lossen. *Sla 2 stokjes en 2 lossen over.  Haak in het volgende stokje 1 stokje, 3 lossen, 1 stokje. Haak 2 lossen. Sla 2 lossen en 2 stokjes over. Haak telkens 1 stokje in de volgende 3 stokjes. Haak 2 lossen.*

Herhaal van *-* tot het middelste stokje op je werk.

Sla 2 stokjes en 2 lossen over. Haak in het middelste stokje op het werk 1 stokje, 2 lossen, 1 stokje. Sla 2 lossen en 2 stokjes over. Haak telkens 1 stokje in de volgende 3 stokjes. Haak 2 lossen. **Sla 2 stokjes en 2 lossen over.  Haak in het volgende stokje 1 stokje, 3 lossen, 1 stokje. Sla 2 lossen en 2 stokjes over. Haak telkens 1 stokje in de volgende 3 stokjes. Haak 2 lossen.**

Herhaal van **-** tot er 1 lossenlus overblijft op je rij. Haak hierin 1 stokje, 3 lossen en 1 stokje. Keer je werk.

Rij 6 - 8 - 10 - 12 (= even rijen): Haak 6 lossen. °Haak 7 stokjes in de eerste "lossenlus". Haak 2 lossen, sla 1 stokje, 2 lossen en 1 stokje over. Haak 1 stokje in het volgende stokje. Haak 2 lossen. Sla 1 stokje, 2 lossen en 1 stokje over.°

Herhaal van °-° tot de middelste lossenlus.

Haak in de middelste lossenlus 7 stokjes, 2 lossen, 1 stokje, 2 lossen en 7 stokjes.

°°Haak 2 lossen, sla 1 stokje, 2 lossen en 1 stokje over. Haak 1 stokje in het volgende stokje. Haak 2 lossen. Sla 1 stokje, 2 lossen en 1 stokje over. Haak 1 stokje in het volgende stokje. Sla 1 stokje, 2 lossen en een stokje over en haak 7 stokjes in de volgende lossenlus.°°

Herhaal °°-°° tot het einde. Haak vervolgens 3 lossen en haak nog een stokje in dezelfde lossenlus. Keer je werk.

Herhaal de werkbeschrijving voor de even en de oneven toeren tot je een driehoek hebt die ongeveer 125 cm meet aan de langste zijde. Van middenboven tot de punt meet je werk ongeveer 60 cm.

Indien je de rand in een andere kleur haakt, zet je je werk af en knip je de draad door.

OPGELET! Eindig met een oneven toer! (Dat is wat ik groen tekende in het haakschema van de rand [ik liet de stokjes die we niet meehaken in de eerste rij van de rand wel wegvallen in het schema ;-)]) 

De rand:

Indien je de rand in een andere kleur haakt, wissel je van kleur.

Rij 1: Deze rij vormt de basis voor onze rand. Ze bestaat enkel uit vasten. Je haakt ze als volgt: Haak eerst een keerlosse. Haak in de eerste 2  lossenlussen telkens 2 vasten, haak in elk van de 3 volgende stokjes telkens een vaste. * Haak 2 vasten in de volgende lus, 3 vasten in de volgende lus, 2 vasten in de volgende lus, 1 vaste in elk van de 3 volgende stokjes*

Herhaal *-* tot de middelste 3 lussen.

In de middelste 3 lussen haak je als volgt: Haak 2 vasten in de eerste lus, haak 7 vasten in de 2de lus en haak 2 vasten in de laatste lus.

Haak 1 vaste in elk van de 3 volgende stokjes.

Herhaal *-* . Eindig met 2 vasten in elk van de laatste 2 lossenlussen. Keer je werk.

Rij 2: Haak 5 lossen. Haak in de eerste vaste: 1 dubbel stokje, 1 losse, 1 dubbel stokje, 1 losse. °Sla 4 vasten over, haak in de volgende vaste: [1 dubbel stokje, 1 losse] 5 keer°

Herhaal van °-° tot er 5 vasten over zijn in het midden van de rij. Daar haak je als volgt: Sla 2 vasten over, haak 1 vaste  in de volgende vaste, haak 1 losse, sla 2 vasten over, haak 1 vaste in de volgende vaste, haak 1 losse, sla 2 vasten over.

°°Haak in de volgende vaste [1 dubbel stokje, 1 losse] 5 keer, sla 4 vasten over, 1 vaste in de volgende vaste, sla 4 vasten over°°

Herhaal °°-°°tot er 5 vasten over zijn. Sla de eerste 4 vasten over. Haak in de laatste vaste 1 dubbel stokje, 1 losse, 1 dubbel stokje, 1 losse en 1 dubbel stokje. Keer je werk.

Rij 3: Haak 1 losse, 1 vaste in het eerste dubbel stokje, *2 lossen, haak in de volgende vaste: [ 1 driedubbel stokje, 2 lossen] 4 keer, sla 2 dubbele stokjes over, haak 1 vaste in het volgende dubbele stokje*

Herhaal *-* en eindig met een vaste in de 4de losse van de vorige toer. Keer je werk.

Rij 4: Haak 1 losse, 1 vaste in de eerste vaste, ° 4 lossen, sla 1 lossenlus over, haak in de volgende lossenlus 1 kleine ananassteek (uitleg zie "welke steken worden er in dit patroon gebruikt?") en 3 lossen. Haak in de volgende lossenlus opnieuw 1 kleine ananassteek en 3 lossen. Haak in de volgende lossenlus 1 kleine ananassteek en 4 lossen. Haak 1 vaste in de volgende vaste °

Herhaal °-° tot het einde van rij 4. Keer je werk.

Rij 5: Haak 1 losse. Haak 3 vasten in de eerste lossenlus. *Haak een picotsteek als volgt: Haak 4 lossen. Haak 1 stokje in de eerste van de 4 lossen. (= 1 picot). Haak 3 vasten in de volgende lossenlus*

Herhaal *-* tot het einde van rij 5. Zet je werk af en knip de draad door.

Stop loszittende draden in.

Klaar :-)