Wat is de "Steek" techniek/methode?

Steek methode? Steek techniek? Wat is dat?

Wie af en toe met Lopi aan de slag gaat, kwam de "steek" techniek misschien al eens tegen? Deze techniek is bij ons minder gekend is maar in Noordelijker Europa (Schotland, Ierland, Noorwegen, Zweden, Finland, Ijsland...) waar men vaker breit met ruwe wolsoorten zoals Lettlopi en Alafosslopi, is deze techniek meer ingeburgerd.

"Steek" is een oud Schots woord dat in het Engels zoveel betekent als "a stitch" Maar in het Nederlands betekent "steek" gewoon steek :-)

Ik moet eerlijk toegeven dat ik er tot voor kort nog nooit over gehoord had! Maar onlangs maakte ik dankzij Anne Allegaert kennis met een patroon van een gilet (uit Lopi Magazine 40) waarbij deze methode werd toegepast...  Anne merkte bij het lezen van haar patroon op dat je in het rond diende te breien en daarna de middenvoor diende door te snijden met de schaar!

Yes! Je leest het goed! Bij de steek methode ga je in je gebreide kledingstukken knippen!

"Zou ik dat wel doen", vroeg Anne zich in eerste instantie af? "Wat als het misloopt?"... En ik begreep het volkomen want het klonk best wel tricky!

Maar Anne is wel te vinden voor iets nieuws, een experiment, een berekend risico en gaf zich niet gewonnen aan dat angstig stemmetje. Een beetje later stuurde Anne me een heel interessante blog door omtrent deze "steek-methode" (van interweave.com)

Mijn nieuwsgierigheid was gewekt! Ik speurde verder op het wereldwijde web maar vond geen Nederlandstalige lectuur over de Steek-techniek...  (Ondertussen was Anne al erg vlijtig aan het breien en kon ik a.d.h.v. foto's die ze me stuurde haar project volgen... supertof!)  Door de combinatie van deze factoren zag ik een interessant blogbericht geboren worden...

 

Waarom gebruik je de steek-methode?

Ik hoor het je al denken "Waarom zou ik in Godsnaam in mijn breiwerk gaan knippen?" Wel, de steek-methode wordt vooral gebruikt bij kledingstukken met ingebreide kleurpatronen die een opening vereisen. Als je naar de onderstaande foto van Anne kijkt, dan begrijp je het meteen :-D

 

Het is veel makkelijker en efficiënter om je kledingstuk volledig in het rond te breien  wanneer je een kleurschema dient te volgen. Zo kan je ook je hele breiwerk recht breien en zie je steeds je kleurpatroon zoals het hoort. Voor mutsen, colsjaals, sokken en andere buisvormige kledingstukken werkt dit prima... Maar bij cardigans heb je natuurlijk wel openingen nodig om het kledingstuk draagbaar te maken. En dààrom gebruiken we dus de steek-methode :-)

Niet onbelangrijk... Zoals hierboven reeds eventjes aangehaald wordt deze methode vooral gebruikt in patronen met ruwere authentieke wolsoorten zoals Alafosslopi en Lettlopi, Shetlandwol... Deze 100% wollen draad gaat na enige tijd wat vervilten waardoor de kans op rafelen quasi nihil is.

Andere wolsoorten zijn veel delicater en vergen de nodige voorzichtigheid wanneer je deze techniek zou proberen toepassen.

En mag ik dan zomaar beginnen knippen?

Oh hell no! Je mag niet zomaar beginnen knippen ;-)

Eerst ga je met "steek-stitches" ("steek-steken" klinkt wat vreemd nietwaar?) je kniplijnen als het ware afbakenen. Je doet dit aan beide kanten van de kniplijn

Anne duidde op deze foto heel mooi aan waar er openingen dienden te komen en waar ze dus eerst en vooral "steek-stitches" moest aanbrengen.

Hoe naai je die "steek-stitches" eigenlijk?

Doorgaans voorziet het patroon enkele averechte steken daar waar een opening dient te komen. Zo zijn deze stroken net en duidelijk afgebakend. Dit is typisch voor IJslandse patronen. Soms brei je ze gewoon door in tricotsteek maar hebben deze stroken een effen kleur. Het hangt een beetje af van wat jouw patroon voorschrijft.

(op bovenstaande foto zie je de averechte strook middenvoor, op onderstaande foto zie je de averechte strook die voorzien wordt voor de mouwopeningen; het lijken inkepingen in het breiwerk)

Er zijn drie manieren om steek-stitches aan te brengen:

  1. De snelste en makkelijkste manier: met de naaimachine.

Deze manier wordt het vaakst aangewend en is zeker ook het best geschikt als je nog dient af te werken met een boord. (Zoals in het patroon van Anne) Je stikt met de machine aan de linkerkant en aan de rechterkant van de "steek-strook" Zo ga je als het ware je steken fixeren.

2. De tijdrovende manier: met de hand naaien

I.p.v. stiksels aan te brengen aan de linkerkant en de rechterkant van de "steek-strook" kun je deze stiksteken ook met de hand aanbrengen. Een goede oplossing voor wie  niet over een naaimachine beschikt maar wel tijdrovender.

3. De mooiste manier: met de haakpen

Indien je doorgeknipte rand meteen ook de afgewerkte rand is, is het erg knap om met een al dan niet contrasterend garen de steek-stitches links en rechts te gaan haken. In dit filmpje zie je hoe je dit doet.

 

En nu mag je knippen!

Als je de steek stitches hebt aangebracht, mag je tussen de steek stitches in gaan knippen. Doe dit met de nodige voorzichtigheid zodat je in geen geval één van je steek-stitches gaat doorknippen. In het bovenstaande filmpje kun je aan het einde ook zien hoe je dit aanpakt.

TIP: Trek je werk wat uit elkaar (met je linkerhand) daar waar je knipt zodat je goed ziet waar je exact dient te knippen

Et voilà!

Nadien breide Anne er nog de boord enaan en diende ze de mouwen nog in te naaien. Maar het resultaat werd alvast prachtig!

En met haar eigen knoopjestouch is hij helemaal af!

Wil jij dit gilet ook graag breien? Het patroon vind je in Lopi magazine 40

De benodigdheden voor S (M/L) XL zijn 8 (9) 10 bollen Alafosslopi in de hoofdkleur en 6 bollen Lettlopi in verschillende kleuren.

Contacteer me gerust als je hulp nodig hebt!

De foto's in dit blogbericht zijn van Anne Allegaert. Een welgemeende dank je wel, Anne! Ik vond het supertof dat ik jouw steek-avontuur op de voet mocht volgen en dat je tevens enthousiast was over mijn blog-idee (en me met plezier je foto's liet gebruiken)! Fijn! Merci!


Older Post Newer Post


Leave a comment

Please note, comments must be approved before they are published